Test 10 - pisownia
Napisz rzeczowniki w nawiasach w liczbie mnogiej:
Er staan geen [boom] … … … … in mijn tuin.
Hoeveel [pen] … … … … heb je nodig?
De [man] … … … … stonden op de stoep.
De hond staat op zijn twee [poot] … … … … .
Op de deur zitten twee [knop] … … … … .
Die meisjes hebben leuke [rok] … … … … .
Je kan hier veel [boot] … … … … zien.
Ik ga een paar [pot] … … … … voor mijn planten kopen.
Zet deze bloemen maar in de twee [vaas] … … … ….
Ze heeft zulke mooie [oog] … … … … .
Podaj formę podstawową podkreślonych przymiotników:
lies is bang vor die grote hond. … … … …
ik wil deze gele tas hebben. … … … …
wat een slimme jongen is dat! … … … …
ken jij ook normale mensen? … … … …
we gaan een witte bmw kopen. … … … …
hanna is veel dikker dan ik. … … … …
ik word straks nog bozer. … … … …
een tomaat is een rode vrucht. … … … …
ik wil niet de hele dag thuis zitten. … … … …
wij gaan met lege handen naar huis. … … … …
Wpisz czasowniki i przymiotniki w odpowiedniej formie:
lenen - ik … … … …
sterk - een … … … … man
leuk - een … … … … jongen
leren - ik … … … …
zitten - ik … … … …
smal - een … … … … straat
heten - ik … … … …
liggen - ik … … … …
eten - ik … … … …
nemen - ik … … … …
Popraw błędy w poniższych zdaniach:
Wij gaan Morgen in zee zwemmyn. … … … …
Ik ga myt jullie mee. … … … …
Zy hebbyn een mooie vijver achtyr hun huis. … … … …
Ik moet my nog aankledyn. … … … …
Een appl ligt op de tafl. … … … …
Ik houd niet can schilderyn, maar wel van tekenyn. … … … …
Wij gaan wandelyn in de groty bergyn. … … … …
Weet jy dy tityl van het boek niet? … … … …
Mijn levyn is alleen: werkyn, etyn, slapyn. … … … …
Ik kan dy zien niet meer vyrstaan. … … … …